GRATIS 2 maanden
e-Cursus Lichaamstaal:


Je ontvangt wekelijks een les Lichaamstaal, inclusief foto's en oefeningen, van 's Werelds #1 Lichaamstaal Training voor Business. Geen spam. Uitschrijven kan op elk moment.

Onze Wetenschappelijke Bronnen

Vragen die we af en toe krijgen zijn:

We zijn blij dat we deze vraag steeds vaker krijgen, omdat dit betekent dat personen op zoek zijn naar een grondige en wetenschappelijk onderbouwde opleiding.

Waarom is grondige wetenschappelijke onderbouw cruciaal?
Laten we een eenvoudig voorbeeld nemen: de glimlach. Honderden boeken hebben onderzoeken van voor de jaren ’90 geciteerd met hoe je een echte van een valse glimlach onderscheid. Velen leerden daarom dat het onderscheid enkel in de rimpels rond de ogen te zien is. Begin jaren ’90 ontdekte een belangrijke wetenschapper dat er veel meer achter zit. Zijn resultaten spraken dit tegen, en wordt sindsdien door anderen ook bijgestaan. Ondertussen is de onvolledige informatie zo veel keer gekopiëerd geweest, dat zijn stem weinig wordt gehoord. Het resultaat is dat we zeer weinig Lichaamstaal kenners accurate informatie hebben zien of horen geven hierover. Zo zijn er bij de honderden andere signalen nog meer details die meer aandacht vereisen dan je zou denken. Wat men vindt op het internet of in sommige algemene lichaamstaal-boeken is niet altijd accuraat. We zijn dus blij dat de meesten naar correcte informatie zoeken, rechtstreeks van wetenschappelijke bronnen.

We hebben gemerkt dat als je interesse hebt in lichaamstaal, dat je gewoonlijk een keuze moet maken tussen twee mogelijkheden: ofwel vind je tips die weinig wetenschappelijk onderbouwd zijn, ofwel krijg je informatie dat wetenschappelijk sterk is maar je er weinig uit kan halen voor je dagelijks leven. Daarom combineren we deze twee elementen bij het Centrum voor Lichaamstaal.

Onze Online Cursus en de Practitioner opleiding geeft je vooral een praktische toepassing, terwijl de Master opleiding naast meer interpretaties ook dieper ingaat op de werking van het brein, het lichaam en de psychologische onderbouw. Daarom raden we aan om een grondige opleiding te volgen, omdat deze pas een vollediger beeld en inzicht geeft in de werking van Lichaamstaal. Je zou de indruk kunnen krijgen dat er binnenwegen bestaan, maar het zijn illusies. De realiteit is: er bestaan geen snellere binnenwegen dan goed wetenschappelijk onderbouwde bronnen om accuraat Lichaamstaal te kunnen interpreteren.

Op welke wetenschappelijke bronnen baseren we ons?
Om de Online Cursus en onze opleidingen op te stellen, hebben we een praktische gids gemaakt door resultaten uit wetenschappelijke onderzoeken te combineren uit honderden wereldbekende bronnen van erkende wetenschappers en onderzoekers. Hieronder vindt je een lijst van top-wetenschappers en auteurs waarop we onze conclusies en praktische tips baseren. Opgelet: veel van deze boeken en studies zijn niet eenvoudig te begrijpen zonder een grondige onderbouw in psychologie. Daarom ontdek je in onze trainingen en opleidingen een praktische gids hoe je het beste uit alle wetenschappelijke bronnen op deze pagina in je dagelijks leven kan toepassen.

Als je na het ontdekken van de praktische toepassingen van Lichaamstaal in onze trainingen, honger hebt voor nog meer wetenschappelijke teksten, dan is dit onze top 10 van klassiekers waarmee we je aanraden om te starten.

Onze Top 10 van boeiende bronnen:

1. Het boek waar officieel de studie van lichaamstaal serieus mee is begonnen, is: “The Expression of the Emotions in Man and Animals” door Charles Darwin in 1872. Darwin benoemde hierin bijvoorbeeld “de spier van moeilijkheden” (wenkbrauwen naar beneden, een beweging die je doet bij moeilijkheden van diverse aard). In dit historisch boek stelt Darwin al dat bepaalde gezichtsexpressies universeel zijn voor alle culturen. Zijn methode om dit te onderzoeken was volgens de huidige wetenschappelijke normen niet sluitend genoeg, en zijn thesis is pas in ’69 en ’87 door E., S. en F. bevestigd.
2. Alle studies en boeken van Paul Ekman, waaronder het FACS coding systeem en studies van het gezicht. Een van de meest boeiende, maar minder bekende publicaties door Paul Ekman, Joseph C. Hager en Wallace V. Friesen, is: “The Symmetry of Emotional and Deliberate Facial Actions”, gepubliceerd in Psychophysiology 18/2 in 1981. Heel nuttige materie om leugens van de waarheid te onderscheiden.
3. Een niet zo gekend, maar belangrijk werk, is dat van Ernest A. Haggard en Ketteth S. Isaacs, “Micro-momentary facial expressions as indicators of ego mechanisms in psychotherapy.” uit 1966. Ze ontdekten immers 3 jaar voor Ekman het bestaan van Micro-Expressies. In februari 2012 brengt het Centrum voor Lichaamstaal de Micro Expressions Training Videos op de markt, een programma dat we zelf ontwikkeld hebben. Dit is het meest geavanceerde en het enige programma in de wereld dat je Micro-Expressies aanleert aan de hand van videos.
4. Het wereldbekende boek waarmee de “Duchenne-glimlach” is begonnen: “Mécanisme de la Physiologie Humaine” uit 1862-3 van uiteraard Guillaume-Benjamin-Amand Duchenne de Boulogne.
5. Leuke en grappige studies van Willibard Ruch tussen 1990-1996 over humor en emoties, alsook over de invloed van alcohol op onze lichaamstaal :) Uit zijn studies blijkt o.a. dat extraverte personen onder invloed van alcohol minder expressies van plezier op hun gezicht laten zien :)
6. Een van mijn favorieten: over de kernrol van de amygdala in de hersenen en hoe ze onze angst-reacties sturen vind je in “The Emotional Brain: The Mysterious Underpinnings of Emotional Life”, een boek uit 1996 door Joseph LeDoux.
7. Ik houd van het boek “Descartes’ Error: Emotion, Reason, and the Human Brain” van Antonio Damasio uit 1994, over de argumentatie dat emotie en verstand in combinatie de basis van rationeel denken vormen.
8. Twee boeken van bekende onderzoekers in samenwerking met de Dalai Lama: “Emotional Awareness” en “Destructive Emotions: A Scientific Dialogue”. Zoek ze op, en je zal dadelijk begrijpen waarom ze zo inspirerend zijn.
9. Een fascinerende studie over de regio’s van het brein die samenhangen met de spieren van het gezicht is die van K.Tschiassny “Eight syndromes of facial paralysis and their significance in locating the lesion” gepubliceerd in Annals of Otology, Rhinology, and Laryngology in 1953.
10. Een leuke om de top 10 af te sluiten is een publicatie van David M.Hayano “Communicative competence among poker players”, over uiteraard… Poker. Deze komt uit de Journal of Communication in 1980.

3 Goede vragen die je kan stellen:

Als je bij het overwegen van een opleiding lichaamstaal even wil testen of de docent grondige lichaamstaal kennis heeft, kan je deze 3 vragen stellen waarop elke persoon die zelf onderzoek over lichaamstaal heeft gedaan, het antwoord op alle drie je ter plaatse zal vertellen:

  • Hoe noemen de spieren rondom de mond die samentrekken bij een glimlach?
  • Wie heeft als eerste het bestaan van micro-expressies ontdekt? (het antwoord staat op deze pagina)
  • En de schiftingsvraag: gaan rimpels rondom de neus altijd AU9 scoren of niet? Waarom werd het anders in de jaren ’80 gescoord dan nu? (mail ons het antwoord dat je krijgt en we vertellen je of het correct is)

Als de docent het antwoord op alle drie vragen uit de mouw kan schudden, dan heb je te maken met iemand die zijn vak goed kent.


Onze Top 100 van wetenschappelijke bronnen:

Hieronder vindt je enkele andere boeiende studies, papers en boeken, met korte vermelding van hun domein van specialisatie. Omdat de meesten van hen enorm veel gepubliceerd hebben, vermelden we meestal enkel onze favoriete werken van elke auteur:
– M.H. en G.T., met hun onderzoek tussen 1972-1975 over hoe personen minder knipperen bij nadenken.
– C. L., die sinds 1924 een discussie op gang zette over het verschil tussen reflexen en emoties. Met als gevolg een lawine van onderzoekers die elkaar in de haren vlogen waaronder: Lindsey, Bull, Averill, Plutchik, Woodworth, Schlosberg, Wenger, F.N. Jones en M.H. Jones die beweerden dat een verrassingseffect een emoties is; terwijl Kemper, Leventhal, Schacter, Singer en Mandler net het tegenoverstelde beweerden.
– R.Z.: Een fascinerence publicatie uit 1980 over de relaties tussen voelen en denken.
– Het is leuk om de volledig tegengesteld en elkaar tegensprekende conclusies over de relatie tussen de hersenhelften en de gezichtsexpressies te vergelijken tussen die van J.H., P.E., M.M. en J.O. met die van B.,C., A., A., en vooral H.S. tussen 1978-1983.
– E.R. met interessante bevindingen over de conherentie tussen wat personen om hun gezicht laten zien met wat ze vertellen dat ze denken te laten zien.
– Studies van D., G., T. uit 1982 over de snelheid en timing van emotionele reflexen.
– R.P., over de theorieën en modellen over emoties in 1962.
– M. met heel wat onderzoek op vlak van micro-expressies.
– Onderzoek over verlegenheid en hoe je dat op het gezicht ziet vindt je o.a. bij A., E., H., E.-E., G., H., S., R. & Mc-C., E., L. en M.
– R.L. heeft in 1990 studies gepubliceerd over de relatie tussen bewuste gezichtsbewegingen en de betrokken regio’s in het brein.
– Studies van L. en D. uit 1984 over de aandacht die je moet schenken aan de competentie of personen gezichtsuitdrukkingen kunnen maskeren.
– Behalve dat sommige personen emoties maskeren, is het ook belangrijk te weten dat volgens F. 20% van de deelnemers aan onderzoeken helemaal geen gezichtsexpressies laten zien (om het even of dit nu Amerikanen of Japanners zijn).
– Naast het universeel zijn van een aantal gezichtsexpressies, blijkt dat meerdere gezichtsexpressies hetzelfde er uitzien bij mensen als bij bepaalde apen en enkele andere dieren. (C-S in 1973 en R. in 1982).
– Heel interessant zijn de bevindingen van K.P. en N.C., P. en K.C. rond 1983-1986 over de non-verbale expressies van pijn.
– Observaties bij pasgeboren baby’s vindt je o.a. bij C., H., S., R., L., L., G. en W. Vooral rond 1993-1994. Als je veel interesse hebt in pasgeboren baby’s, dan kan je terecht bij O. en R., die de Baby FACS ontwikkeld hebben.
– Wist je dat een oprechte glimlach in het bijzijn van iemand tussen 0,5 tot 4 sec duurt? Terwijl een glimlach als je alleen bent gemiddeld 6,18 seconden duurt… Dit is onderzoek van o.a. H. en K. uit 1990. In 1991 bevestigde F. dat inderdaad de activiteit van de ‘zygomatic major’ spier bij lachen verschilt naargelang de ervaring van aanwezigheid van iemand anders. Daarna hebben F., L. en R. digitale testen uitgevoerd tegen 2000, die dit ook netjes in kaart brengen.
– Nu we het hebben over digitale analyse van gezichtsexpressies, hebben Viola en Jones daar een schitterend systeem voor ontwikkeld in 2001. Heel wat digitale tekenfilms gebruiken nu ook deze technologie, die schitterend werkt op basis van G. filters.
– Deze digitale analyse van het gezicht zou in de toekomst zeer goed van toepassing kunnen zijn in bijvoorbeeld psychotherapie. H. en H. hebben namelijk een correlatie gemeten tussen de micro-expressie van minachting en het verschil tussen depressieve personen die zelfmoord willen plegen. Dit “zelfmoord syndroom” werd gedefinieerd door S. in 1993. De kenmerken komen overeen met wat K. in 1933 als hypothese aanbracht: minder emoties te zien in het algemeen, en als er iets te zien is dan vooral minachting. We geven dit alvast mee, misschien kan je een leven redden met deze kennis. Maar misschien is voor jou meer van toepassing een andere studie, bijvoorbeeld die van G. in 1994 die echtscheiding kan voorspellen via de expressie van afkeer of minachting (en verrassend is dat kwaadheid hiermee niets mee te maken blijkt te hebben).
– W.heeft in 1988 ontdekt dat mannelijke acteurs beter zijn in het spelen van kwaadheid, en dat actrices betrouwbaarder hun spieren in de vorm van angst en verdriet kunnen trekken. Hiermee is bevestigd dat de verschillen in de onuitgesproken ‘culturele regels’ tussen vrouwen en mannen, niet enkel voor echte communicatie, maar ook in fictieve communicatie verschillen.
– Op vlak van acteren en emoties is ook het boek van K.S. uit 1975 boeiend: “L. f. a.”
– De snelheid van het opkomen en verdwijnen van gezichtsexpressies, heel nuttig in het detecteren van leugens, vindt de o.a. bij W.en B. in de jaren ’80.
– Albert Mehrabian moeten we natuurlijk ook vermelden, ondanks de kritiek die hij kreeg op zijn 7-38-55 regel. Een boeiende, minder bekende publicatie van hem is bijvoorbeeld “Nonverbal betrayal of feeling”.
– Bevindingen van W.R. in 1984 (waaronder in de publicatie “The neuropsychology of facial expression”) geven inzichten in spontane en bewust gestuurde emoties en de neurologische wegen die ze sturen. Heel handig om de waarheid van leugens te onderscheiden!
– Studies van H.B. en F.O. uit 1992, vooral over de ontdekking dat psychische patiënten minder gezichtsuitdrukkingen laten zien (ook al nemen ze geen medicamenten). In combinatie met de studies van K. in 1989-1990, waarbij zieke met gezonde personen met elkaar moesten praten over de Duitse politiek, bleek dat psychosomatische personen wellicht daardoor minder contact kunnen maken met anderen. Terwijl gezonde personen in zijn studie zich konden nivelleren aan het gespreks- en expressieniveau van de zieke patienten.
– Voor de bewegingen van de ogen kan je terecht bij o.a. R., E., W. en C. die heel wat vergelijkingen met cognitieve acties hebben gemeten tussen 1980-1984.
– Zin in inzichten over dieren? Zoek dan het boek van D.Ploog op uit 1980 “Der Ausdruck der Germütsbewegungen bei Mensch und Tieren”. Anderen die hierover schreven zijn o.a. G., S., S., E.-E., L. en P. Daarom interpreteren we ook enkele foto’s van katten en tijgers in onze opleidingen :)
– Nog meer lachen: S., M. & S. hebben in 1988 de facial feedback theorie getest. En het is bewezen: als je een glimlach op je gezicht maakt, je gaat je iets gelukkiger voelen.
– Als je vaak tenniscompetities kijkt dan zal je wellicht vaak de AU10 (=bovenlip naar boven) beweging opmerken op het gezicht van de spelers. Als je onze opleiding nog niet hebt gevolgd, dan ben je misschien even verward. Waarom laten tennisspelers minachting of afkeer zien als ze op de bal slaan? Volgens S. is dit geen minachting of afkeer, wat je zou kunnen denken, maar eerder een expressie van pijn of inspanning.

Deze lijst is een selectie uit de studies die jou boeiende inzichten kunnen geven. Om onze intellectuele rijkdom (opgebouwd gedurende 20 jaar) te beschermen, hebben we bewust enkel de initialen van de wetenschappers en niet alle bronnen exact in detail vermeld op onze publieke website. De deelnemers van onze opleidingen krijgen natuurlijk wel het gedetailleerd inzicht van onze wetenschappelijke bronnen.

Ben je na deze lange lijst een beetje overweldigd door ’te veel aan informatie?
 
>> Schrijf je in voor de volgende Practitioner opleiding en op een weekend tijd kan je het beste uit de bovenstaande bronnen leren toepassen in je dagelijks leven en werk.