e-Cursus Lichaamstaal – Les 6: Hoe verloopt het beslissingsproces?


Nog even de belangrijke herinneringen bij het interpreteren van Lichaamstaal:

  • haal een houding niet uit de context
  • een positie voelt comfortabel als die weerspiegelt wat er binnenin gebeurt
  • stresssituaties maken dat de persoon meer micro-expressies laat zien
  • kalibreren is belangrijk vooraleer je interpretaties maakt
  • bij verschil in de boodschap van de woorden en lichaamstaal, geloof dan de lichaamstaal

Les 6: Hoe verloopt het beslissingsproces?

Het geheel aan woorden en houdingen, maar zeker de opeenvolging ervan, stellen je in staat een goede inschatting te maken van hoe het staat met het beslissingsproces van je gesprekspartner, niet onbelangrijk als je een beslissing in jouw voordeel tot stand wil brengen.

Een voorbeeld ter illustratie: als jouw tegenstander tijdens een spel schaak achterover leunt en zijn handen, met de vingertoppen tegen elkaar, ter hoogte van zijn borst houdt als je een bepaald schaakstuk aanraakt om een zet te doen, dan kan je haast zeker zijn dat hij verwachtte dat je die zet zou doen. Raakt hij daarentegen zijn gezicht aan, of kruist hij zijn armen, dan ben je bezig met een zet die hij niet had voorzien. Je kan dus zo observeren of je goed bezig bent, of juist niet. Afhankelijk van de lichaamstaal van je tegenstander, kan je bepaalde conclusies trekken voor je eigen strategie.
 
In het beslissingsproces zijn 2 basis uitgangsposities goed in de gaten te houden:

Als de hand naast het hoofd wordt gehouden, dan het thema dat de persoon ervaart eerder interessant voor hem/haar. Als de hand het hoofd daarbij ondersteunt, dan is het waarschijnlijk minder interessant naar zijn/haar mening.
 

In managementmeetings zie je vaak de volgende gebaren: als de wijsvinger langs het gezicht is, dan wijst dit op een evaluatie met interesse. Als de wijsvinger het hoofd begint te ondersteunen, dan neigt de evaluatie naar “saai”, maar de persoon wil het niet laten zien. Als daarbij de kin met de duim wordt ondersteund, dan heeft de persoon waarschijnlijk negatieve gedachten.

Als iemand tijdens het beslissingsproces, naast nog andere negatieve tekens (zie vorige lessen), ook nog door zijn oog wrijft, dan komt er nog wat minder kans op een positieve evaluatie bij.
 

Iedereen kent het klassieke evaluatie-gebaar bij uitstek: het masseren van de kin. Afhankelijk van de oog- en hoofdstand tijdens het masseren van de kin, kan je afleiden of een persoon eerder positieve of negatieve gedachten heeft. Hierover volgende week meer.
 
Ontdek volgende week deel 2 over het beslissingsproces…

Jouw oefeningen voor komende week

Wees aandachtig voor bovenstaande bewegingen bij anderen tijdens de komende week:

  • Welke van bovenstaande bewegingen of posities heb je opgemerkt en wanneer? Bij wie?
  • Welke relatie kan je maken tussen deze bewegingen en de woorden die er gezegd worden?
  • Wat heb je nog opgemerkt tijdens het proces wanneer iemand een beslissing maakt?
  • Hoe reageren personen als je hen tracht te overtuigen van iets?

Schrijf je ervaringen op wanneer ze indruk op je maken. Op deze manier leer je de basis van de analyse van het beslissingsproces.

Volgende week…

Hoe verloopt het beslissingsproces? – Deel 2
 

Bedrijfstrainingen, keynotes en presentaties:

Interesse in een interactief en geanimeerd event?
>> Klik hier en kijk even naar ons aanbod voor bedrijven.

Deze cursus is ontwikkeld door Patryk & Kasia Wezowski.